Spookverhalen in Roemenië
Eigen werk
Het is ochtend in de noordelijke Karpaten van Roemenië. Ik fiets door een vallei omringd door uitgestrekte bossen, waar beren en wolven voorkomen. De dikke ochtendnevel die vanuit de bossen omlaag kruipt ziet er magisch en sprookjesachtig uit, en ik denk aan de herders die hier in de vallei van oudsher lange weken doorbrachten zonder contact met de buitenwereld. In deze valleien ontstonden verhalen. Net als onze zeelieden die maandenlang afgezonderd op de oceaan zaten en terugkwamen met verhalen van zeemonsters en nimfen, net als schimmen in de woestijn en net als onze nuchtere Hollandse boeren die witte wieven zagen, zitten herders al eeuwenlang in dit onherbergzame en ruige gebied dat ’s avonds opgeslokt wordt door volledige duisternis en een dikke mist.
Ik zit een paar dagen later met een groep Roemenen om een kampvuur middenin de bergen. We zijn de hele dag aan het lopen geweest en hebben ons kamp voor de nacht opgezet. De fles halfzoete rode wijn gaat rond en in gebroken Engels vertelt Valentin geanimeerd over de strigoi, rondspokende doden die het voorzien hebben op je ziel. Wanneer ik vraag hoe het komt dat het geloof in zulke verhalen in deze streek zo sterk is, krijg ik het simpele antwoord: ‘Ga zelf maar eens in je eentje een week de bergen in, en zeg dat je het niet gelooft.’
Bijgeloof speelt in deze berggebieden nog altijd een grote rol. Mensen zijn serieus bang voor strigoi, zwarte magie wordt nog altijd bedreven en vooral de oude garde gaat nog met regelmaat langs bij een Romawaarzegster die voor een oplopend bedrag je toekomst een gunstig zetje kan geven. Wanneer een dode begraven is, sluit men de ramen en deuren omdat men gelooft dat de dood komt zoeken naar nieuwe slachtoffers, je mag niet op je buik slapen, want dan kan je ziel niet terugkomen nadat de strigoi ermee vandoor is gegaan en een gebroken naald mag niet weggegooid worden of een van je kinderen sterft. Het is zo serieus dat bijna iedere Roemeen uit dit gebied wel iemand kent die een bizar en onverklaarbare ervaring heeft gehad.
‘Geloven jullie in Nederland dan nergens in?’ Wanneer ik na even graven kom met het verhaal van de witte wieven op het platteland, luistert iedereen aandachtig. De timing is goed. De nachtelijke mist kruipt dichter en dichterbij en omsingelt ons kleine kamp langzaam. Dan zijn de spookverhalen op. De wijn ook, en we zijn moe van een lange dag lopen. Plotseling kijkt Valentin verschrikt de verte in, en ineens zien we vanuit de mist schaduwen opdoemen. Geschrokken staat iedereen op, ‘wat is dat?!’ Instinctief deinzen we terug als we de schaduwen zien naderen. En hard. Drie grote, zwarte schimmen komen in hoog tempo recht op ons af. De meisjes gillen en wij staan aan de grond genageld een paar meter achter het vuur, klaar om weg te springen voor god-weet-wat daar aan komt stormen. De grond trilt als ze dichterbij komen, en op het laatste moment wijken ze naar uit, en drie witte paarden stormen langs ons kamp. We kijken elkaar aan en lachen onze zenuwen weg. Na een avond spookverhalen was dit een onwerkelijke climax, en terwijl mijn hartslag langzaam bedaart loop ik naar mijn tent, benieuwd wat de Roemeense nacht in de bergen voor me in petto heeft.