De eerste 500 kilometer in Cambodja
Genoeg
Stel je eens voor, je fietst over een stoffige weg met rood zand tussen frisgroene rijstvelden, houten paalwoningen en, als je geluk hebt, in de schaduw van enorme palmbomen die kortstondig beschutting bieden tegen de Cambodjaanse middagzon. Vanuit struikjes, houten platforms naast de weg en uit velden met dikke Aziatische waterbuffels springen kinderen op en schreeuwen ‘hello’ zo hard als ze kunnen. Je groet de vrolijke kleintjes terug, maar in hun wilde enthousiasme blijven ze doorgaan, bijgestaan door hun vriendjes die aan komen gerend. Voor je het weet echoot het ‘hello’s’ om je heen en weet je niet meer waar je moet kijken om ze allemaal te beantwoorden. Zolang je in bewoond gebied fietst op het Cambodjaanse platteland is dit het vrolijke, chaotische lot van de fietsreiziger.
De eerste dagen van de tocht naar India zijn intens. We hebben 500 kilometer achter de rug na ons vertrek van de Cambodjaanse zuidkust en rekken moeizaam onze spieren, de gewenning aan het nieuwe ritme en het vertrouwen in elkaar op. Dit betekent dat ik soms even rustig in mijn eigen bubbel wil zitten om alles op me af te laten komen en even uit wil tunen, weg van de ‘hello’s’, de langsrazende trucks en zwaaiende boeren. Om even tot mezelf te komen focus ik me op Elske’s achterlicht en mijn ademhaling.
Tijdens deze achterlichtmeditatie probeer ik de wereld even te laten voor wat die is en reflecteer op mijn vorige fietsreis van Zwolle naar Bali, mijn tijd in Saigon en hoe dit me veranderd heeft. Ik merk dat ik van mezelf verwacht dat ik naadloos terug kan glijden in mijn oude fietsroutine en gewoon de draad weer op kan pakken, maar zo eenvoudig werkt het niet. Ten eerste ben ik niet alleen en moet ik al mijn ervaring delen met mijn vriendin Elske, veel overleggen en accepteren dat niet alles op mijn manier gebeurt.
Nu we samen fietsen, komen steeds meer kleine neigingen en gewoontes naar het oppervlak die me toen ik alleen reisde nooit echt opvielen. Zo kom ik er nu achter hoe ongelooflijk praktisch ik soms ben: ik spring ’s ochtends meteen mijn bed uit, pak de tent in en zit het liefst voor zonsopkomt al op die fiets. Hier is natuurlijk niks mis mee, maar soms is het goed om ook even de tijd te nemen voor de plek waar je bent. Dat is eigenlijk het idee van het reizen toch? Niet alleen het onderweg zijn, maar juist het verbinden met plekken en mensen. Elske houdt me soms deze spiegel voor, ook doordat het fietsreizen voor haar nog nieuw is. Vaak vraagt ze: ‘waarom doe je dit eigenlijk?’ Mijn eerste reactie is dan wat defensief, waardoor ik snel tot de conclusie kom dat ik zelfs in deze bubbel van grenzeloze vrijheid nog genoeg ketenen te verbreken heb. Dat brengt soms spanningen met zich mee, maar eigenlijk is juist dit de bevrijding waar ik naar zoek.
Ook ben ik simpelweg niet meer dezelfde Tieme als een paar jaar geleden. Deze reis trekt me weer nieuwe diepten in dan de vorige. Ik ben wat ouder en misschien een tikkeltje wijzer en klaar voor een nieuwe uitdaging. Cambodja, maar zeker het dichtbevolkte India zal deze psychische comfort zone nog veel meer gaan uitdagen, rekken en soms doorprikken. Tot die tijd stomen we ons klaar in Cambodja terwijl we zonder haast richting Laos fietsen.