Noosh-e-Jaan
Voorzichtig giet vader het water uit de ijzeren kan over mijn handen, moeder staat klaar met een blokje zeep en oma komt aangesneld met een handdoek. Binnen staat een feestmaal klaar voor de spontaan gearriveerde gast.
Moldaviërs zijn onberekenbaar, corrupt en hebben het achter de ellebogen, het land is levensgevaarlijk en wordt geregeerd door een kliek verhulde gangsters. De Roemenen hebben me lekker opgewarmd voor hun oosterburen. Door alle spookverhalen over deze onbekende uithoek van Europa voel ik me wat onzeker als ik op zoek moet naar een kampeerplek op het platteland. Straks word ik ontdekt door de politie of de lokale maffia.
Gelukkig is er in het volgende dorp geen maffia, maar een boer die me gebaart te stoppen. Boer Andrei duwt me haast het erf op en roept zijn hele familie erbij. Eerst handen wassen. Het is vertederend en bijna ontroerend om te zien hoe het drietal een vreemdeling ontvangt en van dienst is. Het geduld van elke handeling heeft iets tijdloos. Hoe vader voorzichtig het water schenkt, de zachtheid waarmee moeder het zeepje aangeeft, met haar hand onder de mijne zodat het niet kan vallen en de stevige greep van oma als ze helpt mijn handen af te drogen.
Dit zijn beslist geen rijke mensen. Buiten staat roestig landbouwwerktuig uit de Sovjettijd, er hangen simpele peertjes aan het vergeelde plafond en de stoelen zijn opgelapt. Toch genieten we van de stille en tijdloze rijkdom van het land. Heerlijke wijn uit eigen gaard, salade uit de tuin en melk van de huiskoe verschijnen op tafel naast gekoelde ciorba de fasole ofwel bonensoep. Gisteren gemaakt, zodat de smaak zich extra kon ontwikkelen en koud geserveerd op deze warme zomeravond. De perfecte maaltijd om aan te sterken na een lange dag op het land. Het is een rijke soep van een gulle bodem. Simpel, krachtig en zacht als de sfeer aan de houten tafel van mijn nieuwe familie.
De wereld is hier nog klein en behalve boer Andrei in zijn diensttijd is niemand ooit ver van huis geweest. Wanneer we na het eten een rondje lopen door het dorp vraagt dochter Maria nieuwsgierig of we in Nederland ook Moldavisch leren. Verderop zitten een paar van haar vrienden te drinken. De jongens van het dorp, die waarschijnlijk de jongens van het dorp zullen blijven. Deze mensen lijken tevreden met wat ze hebben en vinden geluk aan hun houten eettafel.
De volgende morgen fiets ik door. Geen maffia, politie of beren op de weg. Ik koers oostwaarts en ruik haast de wind van de Russische steppe, de brug naar Azië, waar nieuwe ontdekkingen wachten met andere houten tafels, koude winters en warme specerijen.
Moldavische ciorba de fasole
Serveer warm op een koude winterdag of koud op een warme zomerdag.
Ingrediënten voor 4 personen
400 g gedroogde witte bonen|1 l groentebouillon|1 kleine knolselderij, in blokjes|150 g gerookte spekblokjes|1 grote ui, fijngehakt |1 wortel, in reepjes|1 pastinaak, in reepjes|2 teentjes knoflook, fijngehakt|2 laurierblaadjes|1 tl tijm|1 tl dragon|1 rode paprika, in reepjes|1 tl paprikapoeder|2 tomaten, in blokjes|1 el tomatenpuree|1 tl citroensap|zout en peper|1 kleine rode ui, fijngehakt| verse dille|
- Week de bonen buiten de koelkast in een grote afgedekte pan met ruim water. Minstens 8 uur, maar liever een hele dag.
- Giet de bonen af, spoel ze schoon en voeg samen met de bouillon terug in de pan zodat de bonen net onder staan.
- Voeg de knolselderij, spek, ui, pastinaak, wortel, knoflook, laurier, tijm en dragon toe en breng het geheel afgedekt aan de kook.
- Kook de soep op laag vuur tot de bonen zacht zijn. Dit duurt 45 tot 90 min., afhankelijk van de bonen.
- Voeg nu de paprika, paprikapoeder, tomaat en tomatenpuree toe en laat 10 min. doorsudderen op laag vuur.
- Breng op smaak met citroensap, zout en peper en garneer met rode ui en dille.
- Serveer met donker, bruin brood en boter.
Voor vegetariërs:
Vervang de spekblokjes door een vegetarische variant.