Eigen werk
Vijf dagen, 600 kilometer en een hobbelweg door de zandvlakte. Welkom in Turkmenistan. De ‘grote leider’ van dit grote woestijnland houdt niet van nieuwsgierige toeristen en geeft vijfdaagse doorreisvisa af die voor fietsreizigers op zijn zachts gezegd uitdagend zijn. Racend door het land ontdek ik wat de Turkmeense woestijn keuken zoal te bieden heeft.
Geen tijd, geen tijd. Ik heb honger, maar moet verder. Met spijt laat ik een parkeerplaats aan me voorbij gaan, waar reizigers in Turkmenistan vaak bediend worden door een paar grote openluchtkeukens. Hier wordt de hele dag gekookt op houtvuurtjes waar vooral ’s avonds sfeervolle rook vandaan kringelt. Ik beloof mezelf bij de volgende stop aan te schuiven. Ik redeneer dat het nog altijd efficiënter is om snel wat bij een van deze keukens te eten dan om zelf te gaan zitten koken. Om de race te volbrengen moet ik van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat fietsen dus er is geen tijd te verliezen. Daarbij is het natuurlijk zonde om niet een indruk te krijgen van de lokale cuisine.
Twee uur later is het raak. Het is al pikdonker buiten en ik fiets een zee van lichtjes tegemoet en lange rookpluimen cirkelen omhoog uit de vele eetstalletjes. Bij navraag kom ik erachter wat er op het menu staat. ‘Schaap.’ ‘En verder?’ Verbaasd alsof dat nog iets te wensen over laat, is het antwoord: ‘brood, thee of somsa?’ Turkmeense somsa is met schaapsgehakt gevuld bladerdeeg dat wordt gebakken in traditionele putovens in de grond. Er wordt een vuur in de put gemaakt en de somsabakker plakt de pasteitjes aan de binnenkant van de oven tot ze gaar zijn. Maar goed, er staat dus schaap op het menu en ik laat het me smaken. Het wat eenzijdige menu is ook niet zo’n verrassing in dit woestijnland, waar erg weinig groeit en mensen van oudsher nomadische herders waren voordat de communisten besloten daar wat aan te doen.
Ik moet mijn opportunistische reisvegetarisme maar even in de wacht zetten in Turkmenistan, want het ziet er naar uit dat het vinden van verse groenten hier nogal een missie gaat worden. Daarbij, zonder veehouderij zouden de Turkmenen zich waarschijnlijk niet eens in leven kunnen houden. Je moet respect hebben voor je omgeving en dat leer ik tijdens deze barre tocht. De dorpen liggen ver uit elkaar en ertussenin is niets dan droogte. Marco Polo doorkruiste dit stuk van de zijderoute in moeilijkere tijden en omstandigheden dan ik. Hij vertelt over de verzengende zomerhitte en fata morgana’s van medereizigers. Gelukkig voor hem was er elke 30 kilometer een karavanserai, waar hij zo’n 800 jaar geleden vrijwel zeker hetzelfde op zijn bord kreeg als ik.