Eigen werk
Een Iraanse mollah staat op een hete zomerdag onder een boom te liften. Na urenlang vergeefs zwaaien naar auto’s stopt Amir. ‘Bedankt dat je me oppikt’, zegt de mollah. ‘Ik sta hier al tijden en iedereen rijd aan me voorbij.’ Amir start zijn auto en samen rijden ze de woestijn in. Het landschap is dor en er is geen streepje schaduw te bekennen op het heetst van de dag. Na twintig kilometer stopt Amir plotseling en maant de mollah uit zijn auto. ‘Wegwezen jij, eruit!’ Geschrokken klaagt de mollah: ‘maar waarom stopte je dan voor me?’ ‘Ik wilde gewoon de zon op je hoofd zien branden’, antwoord Amir grimmig en trekt op.
Een wreed verhaal dat zich niet lang geleden afspeelde in Iran en dat tekenend is voor de haat van de Iraniërs jegens de mollahs, de islamitische geestelijken die veel invloed hebben in de maatschappij.
De Iraanse mollahs zijn geestelijke leiders in een gemeenschap die vanwege de heersende sharia en vele interpretaties in de Koran, in tal van wereldse zaken worden betrokken. Elke vrijdag lezen ze het door de overheid voorbereide gebed voor in de moskee, doorspekt met propaganda en haat jegens het Westen In elk geval is de mollah aanwezig bij dood en geboorte, zelfs voor niet-gelovigen want dat is buitenwettelijk en op wisselen van geloof staat de galgendood. Mollahs hebben zich doorgaans jarenlang toegewijd aan koranstudie, specialisatie in de islamitische wet en leren een speciale techniek om een lange doek als een soort tulband om het hoofd te binden..
‘Om die rare lap op hun hoofd noemen we ze paddenstoelen, giftige paddenstoelen zelfs’, grijnst Hamed. Als er iets is in Iran wat hij haat is het de mollah. Hij spreekt het woord prachtig uit, met een zachte, lange m en een diepe l klinkt het haast als een gedicht, maar zo is het zeker niet bedoeld. ‘Ik kan het weten, mijn opa was een paddenstoel, en van de ergste soort. Hij had een zwarte band om zijn hoofd.’ Het was me al eerder opgevallen dat er verschillende kleuren tulbanden zijn, maar Hamed laat het zo wel erg klinken als in een judoklasje. Hij legt uit dat mollahs met een zwarte tulband officieel nazaten van de profeet Mohammed zijn, sayyid genoemd. Volgens mijn vriend de grootste onzin omdat Perzen helemaal geen Arabieren zijn en daarom dus ook geen nazaat van de profeet kunnen zijn. Hij beweert dat toen de Arabieren Iran veroverden in 644, ze zoveel vrouwen verkrachtten dat de kinderen die daaruit geboren werden door de nieuwe machthebbers op een voetstuk werden gezet en gekroond tot nazaat van Mohammed. Je reinste heiligschennis als dit waar is. ‘Geboren uit hypocrisie en leven in hypocrisie’, sneert Hamed.
Hamed schetst het volgende scenario waarin de mollah een bijzondere rol speelt. Een religieuze weduwe heeft seksuele behoeften, maar voelt zich belemmerd door het geloof en de heilige verbintenis met haar overleden man. In vertrouwen vertelt ze dit aan de mollah, die nog wel een vrijgezelle man kent en een ideetje heeft; de Nikahu al-mut’ah, het tijdelijke huwelijk of letterlijk vertaald vanuit het Arabisch: het huwelijk van genot. Dit tijdelijke huwelijk is een controversieel onderwerp binnen de islam en stamt vanuit pre-islamitische stammencultuur in Saoedi-Arabië. De Nikahu al-mut’ah staat onder bepaalde voorwaarden toe dat een man en vrouw mogen trouwen voor een periode variërend van een uur tot 99 jaar. Iran is een van de weinige islamitische landen waar dit gebruik nog wordt toegestaan en voor veel mollahs is het een lucratieve business. Degene die de geloofsgetrouwe weduwe en haar tijdelijke man inzegent is namelijk de mollah, voor geld uiteraard. De koppelaar in kwestie wordt dus betaald voor zijn diensten om een man en een vrouw seks te laten hebben. De lijn tussen hem en de pooier is erg dun, en er zijn voorbeelden van Iraanse prostituees die daadwerkelijk op deze wijze werken en dus hand in hand met de mollah hun brood verdienen.