Eigen werk
‘Armenen bouwden de eerste computer, Armenenen vonden de MRI-scan uit en Armenië was het eerste christelijke land ter wereld’, ratelt mijn gastheer routineus. Ik zit muurvast in een vermoeiend gesprek met broer Mark en zus Nano over al het geweldige dat Armenië heeft voortgebracht, en ze zijn bloedserieus. Ik stel me voor dat ik een buitenlandse gast zou aanvallen met hele verhalen over Michiel de Ruyter, Rembrandt of Jan Swammerdam. Toch voel ik me in dit gezelschap bijna verplicht om ook mijn land in het zonnetje te zetten en krijg sterk het gevoel dat volgens mijn tafelgenoten elke andere cultuur verbleekt bij de Armeense.
‘Ben jij dan niet trots op je land?’ Ik vind dat een moeilijke vraag, maar besef wel dat Nederland niet onder dezelfde druk staat als Armenië. Het land heeft in de afgelopen honderd jaar te kampen gehad met de nog steeds voelbare genocide, een geweldige economische crisis en een bloedige oorlog met Azerbeidzjan na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Als cultuur onder druk is het nationaal bewustzijn flink aangewakkerd, al heb je daar over het algemeen bij bergbewoners weinig voor nodig heb ik gemerkt in de rest van de Kaukasus. Er wordt nog altijd met weemoed teruggekeken naar de gloriedagen van het Armeense rijk onder koning Tigran de Grote, zo’n 2000 jaar geleden, maar vooral het gemis van hun heilige berg Ararat is voor de Armenen een steek in de ziel. Vanuit het plaatsje Vedi kijk ik met Mark uit over de Ararat, waar volgens de Bijbel de Ark van Noach strandde. Tegenwoordig ligt de berg net over de grens met Turkije, in een gebied waar van oudsher vooral Armeniërs woonden. Tot 1915, toen de nieuwe Turkse overheid Armenen massaal begon te deporteren naar Syrië. Er vonden pogroms plaats, Armenen werden zonder eten de woestijn ingestuurd of kwamen terecht in concentratiekampen. Algemeen wordt gesproken van genocide of tenminste van massamoord of etnische zuivering, maar aangezien de Turkse regering de gebeurtenissen niet erkent, blijft het een heet ijzer en een diepe wond die veel Armenen nog dagelijks voelen.
‘We zijn omgeven door vijanden. Turkije heeft 1,3 miljoen Armeniërs vermoord, Azeri’s willen ons land inpikken en de Georgiërs hielden tot voorkort onze handel met Rusland tegen.’ Volgens Mark zijn de Iraniërs zijn dan wel moslims, maar misschien wel hun beste buurman. ‘De Perzen hebben tenminste een oude cultuur. Niet als Azerbeidzjan of de Turken. Wat voor een cultuur hebben die nou?’ De trotse Armeniërs voelen zich bedreigd en zijn bang voor hun buren. Gedurende mijn tijd in het land hoor ik veel varianten op een complottheorie dat moslims de wereld over willen nemen en dat we in Nederland maar uit moeten kijken met zoveel immigranten uit moslimlanden. Wanneer ik duidelijk maak dat ik daar maar weinig van geloof, merk ik vaak wat teleurstelling in hun christenbroeder. ‘Maar’, hoor ik dan vaak, ‘je komt er nog wel achter’.
Eigenlijk drinkt mijn gastheer geen alcohol, maar voor de gelegenheid wilt hij toch het glas met me heffen. Hij houdt niet van Armeense konjak, maar is er wel trots op. ‘Je vindt het overal ter wereld’, beweert hij zelfverzekerd. Ik zeg dat ik in Nederland nog nooit een fles Armeense konjak heb zien staan. Dat verstoort het pleidooi een beetje, maar hij gaat vrolijk verder met: ‘de vrouw van Jaques Chirac drinkt alleen Armeense wijn’. We proosten op Armeens-Nederlandse vriendschap, dat is lekker neutraal en altijd welgemeend, want ondanks de grote bedreigingen uit het boze buitenland heb ik in Armenië absoluut onovertroffen gastvrijheid leren kennen. Een gastvrijheid die net als hun geloof diepgeworteld zit in de natuur van de troste Armenen.