De aardappeleters van Sri Lanka

Genoeg

Keurig gekortwiekte boompjes bekleden de berghellingen om ons heen, lemen huisjes in vrolijke kleuren steken boven de plantages uit en vrouwen in sari’s met rieten manden op hun rug beklimmen de steile paadjes in deze zee van groen. Ik kijk om naar Elske, die de laatste meters fietst naar de top. Vanaf hier worden we getrakteerd op een panorama wat we nog nooit gezien hebben. Ik geloof dat we per ongeluk zijn aangekomen in de theeplantages van Sri Lanka.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Zonder een duidelijk idee waar we heen gingen, stapten we vorige week op een vliegtuig van Maleisië naar Sri Lanka. We hebben nauwelijks informatie opgezocht en fietsen vrij lukraak oostwaarts vanuit de hoofdstad Colombo. ‘Zouden we hier veilig kunnen kamperen zoals in Zuidoost-Azië?’, vraagt Elske. Ik heb geen flauw idee en ben benieuwd hoe de mensen op ons reageren en of Sri Lanka qua intensiteit al wat dichter bij India gaat komen.

Het drukke stadsverkeer verstilt zodra de heuvels van het binnenland in zicht zijn. We zien een groepje olifantentemmers naast hun enorme lastdieren op een boomstam in de jungle zitten. Met handen en voeten vragen we hen of ze een rustige route oostwaarts kennen. De mannen wijzen daarop enthousiast naar een klein bergweggetje en roepen in woorden die we niet kunnen verstaan hoe mooi het daar gaat zijn. We kijken elkaar lachend aan en halen onze schouders op. Waarom ook niet? We hebben rijst in onze tas, flessen vol met water en een tent achterop de fiets, dus waar we terecht komen is niet zo belangrijk.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Maar de olifantentemmers liegen niet. Al snel laten we de vochtige jungle van het laagland achter ons en komen we op een steil bergweggetje tussen de theeplantages terecht. Zover het oog strekt zijn de heuvels bedekt met deze getrimde boompjes die als braaf gestijlde poedels naast elkaar staan. Samen met de weelderige bloemen langs de kant van de weg  is het net een gigantische botanische tuin. De mensen die we tegenkomen reageren verrast als we met onze zwaarbeladen fietsen de berg op zwoegen. ‘Doen jullie dit voor de lol?’, zie je ze denken. De reacties zijn net wat anders dan in Thailand en Maleisië; iets verbaasder, maar tegelijkertijd heel open en zacht. Of ze nou Engels kunnen of niet, iedereen stopt om een praatje te maken en wil weten waar we heen gaan, hoe lang we al in Sri Lanka zijn en waar we vandaan komen. Nedarlantaya, ja, dat land kennen ze hier wel. Daar komen we ook achter als we aan het lunchen zijn en vragen wat er door de gele curry zit die naast onze rijst ligt. ‘This is arthapal sir’, zegt de restauranthouder vrolijk. ‘Huh? Aardappel?’, reageren wij, ‘hoe komt dat woord hier nou weer terecht?’

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

We komen erachter dat wij niet de eerste Nederlanders zijn in Sri Lanka, maar dat er een grotendeels vergeten geschiedenis verscholen ligt in onverwachte hoekjes van dit land. Tussen 1656 en 1796 was een deel van Sri Lanka namelijk bezit van de Nederlandse VOC. In deze periode lieten onze voorouders vooral forten, kerken en waterwerken achter, maar dus ook woorden. We hebben de grootste lol als we horen dat het woord snijboon verbasterd is tot isnieboontjie, dat koekjes hier kokies zijn en het niet zo nette woord voor toilet (kakhuisje) kakkussiya is.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Met deze nieuwe kennis op zak fietsen we verder naar de volgende top. Wanneer we zwetend bovenaan komen, staat er een man bij zijn winkeltje naar ons te zwaaien. ‘Kom thee drinken’, gebaart hij vrolijk. Op een plastic krukje tussen de rijstzakken, kokosnoten en bezems zitten we even later in het kleine winkeltje. Als onze nieuwe vriend vol trots aan komt zetten met een stuk Hollandse ontbijtkoek is onze verbazing compleet. Dit kokie heeft dezelfde karakteristieke korst en kruidige smaak en wordt vandaag geserveerd bij een loeisterke kop ceylonthee met melk.

Volgens mij gaan we ons prima thuis voelen in dit land!