Koktebel Jazz Festival
Eigen werk
Al jarenlang tart Oekraïne haar soms wat grauwe imago met zomerfestivals als Kazantip en Koktebel Jazz festival. De een wat wilder dan de ander, maar een ding hebben de festivals gemeen: ze trekken een boeiende mix van muziekliefhebbers, vrije geesten en strandgangers die komen genieten van het goede leven aan de Zwarte Zee. Ik schuif aan bij Koktebel Jazz Festival in het gelijknamige dorp op de Krim voor een muzikaal weekend.
Lompe Russische disco’s pompen jazzonterend gedreun over de boulevard en iets te breedgeschouderde mannen en popperige vrouwen staan in groepjes om en rond de verschillende flashy dansvloeren. ‘Slechts 500 ellendige meters ‘Russendisko’’, zegt mijn Duitse gids sarcastisch, ‘dan zijn we op het echte festival’. Ik ben net aangekomen en was even bang dat het o-zo-bijzondere jazzfestival een lege huls zou zijn voor een commercieel dancefeest, maar het valt gelukkig mee. Lang heb ik niet om hierover na te denken, want een verwilderd kijkende oma beukt woest met haar ezel door de hippe menigte heen. Ik spring net op tijd aan de kant en begrijp dat Koktebel nog wat meer voor me in petto heeft.
Het gedreun van housemuziek verstild langzaam en vanuit een klein, ommuurd tuintje komen chaotische pianoklanken. Daar wil ik zijn. Om de een of andere reden mag ik gratis naar binnen omdat in uit Nederland kom. Ik vind het prima. Bedachtzaam werk ik me een weg tussen de keurig opgestelde stoeltjes met mensen die in een soort roes naar het podium staren. Uiteraard staat de enige vrije stoel precies in het midden van de rij, maar het is nu al de moeite waard. Het donkere tuintje naast een oude kunstenaarswoning wordt sfeervol verlicht en op deze warme zomeravond hangt er een intiem sfeertje. Ik ga zitten, en meteen drukt mijn buurman me een berg zoutjes in mijn hand en knikt me vrolijk toe. Dit is een plek voor genieters.
Het is altijd even wennen voor je echt goed in de muziek zit, maar het duurt niet lang. Jim Ridl vertelt een kort verhaal over zijn geboortegrond North Dakota en vangt aan met het nummer ‘Your cheating heart’. Ik ben meteen verkocht en droom half weg in een melodramatische sfeer van het Amerikaanse platteland. Ik ben misschien wel een van de weinigen die de intro verstaan heeft, maar er wordt niet minder genoten van de muziek. Door de intieme setting lijkt de drukke boulevard ineens veel verder weg, en ik ga volledig op in de muziek. Drummer Jim Miller kijkt bijna krankzinnig uit zijn ogen, zo diep gaat hij op in de afsluiting van het volgende nummer. Ik merk dat ik mezelf ook even moet corrigeren, want mijn mond hangt wagenwijd open. Het is dan ook een geweldig samenspel, pianist Ridl het beheerste talent dat feilloos wisselt tussen chaotische ritmes, intense rust en emotionele uithalen. Basgitarist Steve Varner flankeert hem en komt over als de energieke vedette die het merkbaar enorm naar zijn zin heeft.
Rustig nagenietend loop ik even later op de boulevard, loop nog even de gehaaste Nederlandse pianist Mike Del Ferro voorbij die zijn geld ergens op mag halen en de avond wilt vieren bij een soort open jamsessie. Die houden we in gedachten. Ik wandel voor de zon onder gaat nog even langs het open podium pal aan de Zwarte Zee, waar het strand een complete vrijplaats is voor zorgeloos genot. Een naakte hippie wandelt onverstoord naast een oude visverkoopster het strand over, er is een schijnbaar eindeloze drumcirkels gaande, kinderen rennen rond, een groepje houdt zich bezig met een Japans theeritueel en er wordt gewaterfietst. De omliggende bergen van de baai van Koktebel geven een beschut gevoel. Een kleine oase van vrijheid waar alles kan.
Het wordt snel fris als de zon achter het Krimgebergte verdwijnt. De dapperste zwemmers zijn als altijd de ouderen, maar als die het water ook verlaten moet ook de naakte hippie eraan geloven en hijst hij zich in zijn festivalkloffie. De ondergaande zon schijnt een mooi licht over de bergen die bedot zijn met tentjes. Hier is alles wat minder perfect geregeld dan op de Hollandse festivals, maar het meeste regelt zichzelf en de ongeorganiseerde chaos lijkt prima te werken. Ik loop wat rond over het strand, waar vuurshows onder begeleiding van opzwepende drums overal ontstaan. Wanneer mij iets wordt gevraagd, waarschijnlijk een sigaret, komt de vraagsteller erachter dat ik buitenlands ben, waardoor ik al gauw een hele kring blije mensen om me heen heb. Ze willen op de foto, marihuanagrapjes maken en weten hoe ik in Koktebel terecht kom. Terwijl de fles lokale Konjak rondgaat antwoord ik vrolijk en geniet ervan hoe eenvoudig het is om hier vrienden te maken.
Ik verlaat de vuurshows om een kijkje te nemen bij de stennis die balkanfeestkoning Goran Bregovic verderop staat te trappen. Helaas heb ik geen kaartje en ben ik genoodzaakt om iets buiten de hekken van de muziek te genieten. Jammer zou je denken, maar ik ben niet de enige, en met een tiental anderen stuiter ik vrolijk rond vlakbij de omheining. De volgende morgen kom ik erachter dat je met gemak naar het podium kan zwemmen, dus geniet ik zonder kaartje van beroepsvrolijkerd Oleg Kostrow. Heerlijk in de zon op het strand. Alles went, en ik kijk er niet eens gek van op als er ineens een paar halfnaakte mensen om me heen staan te dansen. Blijkbaar is het hier allemaal doodnormaal. Oekraïners vieren hun vrijheid in hun subtropische paradijs, en ze doen het vol overgave. Meerde maken zie ik mensen vragen om een paar grivna voor de bus. Ze zijn alles om zich heen vergeten en hebben gefeest alsof morgen niet bestaat. En dan te bedenken dat dit nog maar het jazzfestival is.