Eigen werk
Rusland is met afstand het grootste land ter wereld. Het herbergt 160 volken, er worden 100 talen gesproken en het verschil tussen een boer in Kamtsjatka en een Moskoviet is enorm. Het lijkt daarom een onbegonnen werk en een valkuil om iets algemeens te zeggen over de Rus, als die al bestaat, na een maand gereisd te hebben in een van de uithoeken van dit onmetelijke land. Toch wil ik iets delen over mijn indrukken en over kannibalisme, pessimisme en consumentisme in het Rusland van vroeger en nu.
In de zuidelijke stad Pyatigorsk ontmoet ik Zhenya, een pasgetrouwde dertiger die net zijn ouderlijk huis heeft verlaten voor dat van zijn vrouw. We ontmoeten elkaar via een wederzijdse vriend, schudden elkaar de hand. ‘Hoe gaat het?’ ‘Normaal’. Ik ben benieuwd naar zijn relatie met de stad waarin hij opgroeide en vraag hoe het is om er te wonen. Zhenya antwoordt me droog en energieloos: ‘Normaal’. Zhenya steekt een sigaret op, inhaleert diep en strijkt met zijn hand langs zijn stoppelbaard. Hij weet duidelijk niet zo goed wat hij met me aan moet. We zijn op weg naar zijn ouderlijk huis waar ik mag overnachten. De ontmoeting werd op touw gezet door een wederzijdse vriend die met gedurende twee dagen volledig op de hoogte hield over de telefoon. Beide dagen was hij stomdronken. Zhenya’s moeder Lyudmila en haar vriend Dima verwelkomen me op z’n Kaukasisch; warm, met grote zorg en veel eten. Dima is docent Engels, maar durft me pas na anderhalve dag toe te spreken vanwege zijn zeer beperkte ervaring met spreken. ‘Ik geef les aan een privéschool, dus moet zorgen dat ongemotiveerde rijkeluiskinderen hun papiertje halen. Dat is mijn baan’. Dima legt uit dat er onder de Russische jeugd een groot verantwoordelijkheidsprobleem bestaat en dat veel jongeren liever teren op hun ouders zonder te werken dan dat ze leren op hun eigen benen te staan. Het is normaal om lang thuis te blijven wonen als Zhenya. ‘Hij had een soort van baan, maar zat het grootste deel van de tijd bier te drinken achter de computer zonder iets bij te dragen aan ons geringe inkomen’.
Computeren, televisie kijken, veel roken, drinken en langzaam dik worden. Zo wordt de Rus klein gehouden. Dit is het verhaal dat ik hoor tijdens mijn reis. De hogeropgeleiden willen allemaal weg, en meer dan eens om de reden dat er in Rusland geen plaats is voor dromen. In het Oekraïense Jalta zit ik bij zo’n stel aan tafel. Alex en Nastya zijn creatief, vrij van geest en voelden zich zelfs in de cultuurhoofdstad Sint-Petersburg opgesloten in een droomloze wereld waar mensen het riedeltje van de moderne Rus volgen. ‘In plaats van zich te verdiepen in dingen die er echt toe doen, weten ze alles van computers en leven ze in een virtuele realiteit. In het echte leven hebben ze weinig vertrouwen.’ Internetgamen is dan ook waanzinnig populair in Rusland, en vrijwel elke jonge Russische man lijkt er druk mee te zijn. Alex en Nastya willen documentaires maken over gevoelige onderwerpen als homoseksualiteit, waar je op straat niet over mag praten op laste van een hoge boete. In Jalta genieten ze grotere vrijheid van publicatie, maar het stel sluit niet uit dat ze in de toekomst ergens politiek asiel moeten aanvragen.
Enkele weken later heb ik het met mijn fietsvriend Sergei over de grote voors en tegen van het communisme. Tijdens mijn tochten door Oost-Europa hoor ik vooral negatieve verhalen, maar toch soms met een vleugje melancholie naar de goede oude tijd. Van zijn oma heeft Sergei verhalen over die periode gehoord die volgens hem de meeste Russen nooit te horen zullen krijgen. ‘Ze vertelde me: ‘We woonden in een kolchoz, waar zo’n grote honger heerste dat we ’s avonds niet naar buiten durfden omdat we serieus bang waren voor kannibalisme’. ‘Maar er werd toch voedsel verbouwd, was er dan geen eten?’, reageer ik verbaasd. ‘Stalin nam alles, de werkers konden geen kant op, want je mocht alleen van de kolchoz af met een paspoort, en dat kreeg je niet.’ De gedwongen boeren waren dus feitelijk gevangenen die leefden in een kleine, bijzonder grimmige wereld waar geen verhalen vanaf kwamen. ‘Ja’, zegt Sergei wat bitter, jullie in het Westen zagen vooral Moskou. Daar was het relatief goed, in elk geval vergeleken met de slaven op de kolchoz. Geen mens zou daar vrijwillig heengaan. Niemand kwam er en niemand kwam er vandaan.’ Het communisme heeft het land volgens Sergei weinig goed gedaan en heeft het een volk gecreëerd met een gebroken geest. Ik denk aan een uitspraak die ik las in een Roemeense gevangenis van Ceausescu: ‘De grootste overwinning van het communisme, een die pas dramatisch aan het licht kwam na 1989, was de creatie van mensen zonder geheugen; gehersenspoelde ‘nieuwe mensen’, die zich niet herinneren wat ze waren, wat ze hadden of wat ze deden voor het communisme.’ Toch wil Sergei ook de goede kant van het communisme belichten en vertelt dat er werk was voor iedereen en dat de meesten geloofden in het ideaal van het samen iets opbouwen. Ook was de Sovjet-Unie buitengewoon veilig. Sergei zegt zich geen ander groot land te kunnen bedenken waar het zo veilig was als in Rusland in die tijd.
Van de oude veiligheid, de saamhorigheid en normen is volgens Dima weinig over na de ineenstorting van de oude Unie: ‘De mensen die nu aan de macht zijn, waren degenen die meer gelijk wilden zijn; de graaiers. De gewone Rus verloor alles. Zijn werk, zijn status, zijn spaargeld en de graaiers kregen alles.’ Hij komt terug op de verantwoordelijkheid. Dima is van mening dat de Rus nooit op eigen benen heeft gestaan. ‘Vroeger was alles van de adel en de tsaar en we werden klein gehouden door de kerk. daarna was alles van ‘ons’, maar we hadden nog steeds niks te zeggen, en nu is alles van de gangsters.’ Dat brengt ons op de hedendaagse politiek. Een paar dagen terug zei Sergei me dat hij letterlijk nog nooit iemand ontmoet heeft waarvan hij weet dat die op Poetin stemt. ‘Niemand heeft vertrouwen in de politiek en het hedendaagse rolmodel is de gangster’, zegt Dima duidelijk boos terwijl hij nog een sigaret opsteekt. ‘Kijk maar naar de liederen die zo populair zijn tegenwoordig waar het leven van de gangster wordt verheerlijkt. Mensen lachen erom, maar ik vind het echt niet grappig!’ Volgens hem geeft het aan hoe weinig vertrouwen mensen hebben in de toekomst via een oprechte weg of vanuit de politiek. Sterker nog, de meeste Russen die ik spreek zijn uiterst pessimistisch over de toekomst van hun eigen land en zoeken naar een uitweg. Die weg ligt voor de hogeropgeleiden in het buitenland, maar voor de meerderheid ligt de vlucht elders.
Naast de virtuele vlucht die veel jonge Russen nemen, is er de alcohol. Ondanks de reputatie die Rusland geniet als land van grootverbruik, kom ik hier meer geheelonthouders tegen dan waar dan ook. De meesten zijn hoger opgeleid en drinken bewust niet. Sommigen omdat ze vinden dat de staat alcohol bewust goedkoop houdt om het volk rustig te houden, anderen om slechte ervaringen met vrienden of familie. Toch zie je, vooral in de dorpen, tekenen van ledigheid en grootverbruik in de dronkaard die je overdag tegemoet zwalkt of de fles wodka die verdwijnt in de binnenzak van een oude man in een winkel.
De Rus is ongrijpbaar en de Russische geest is moeilijk samen te vatten. Ik ben vastbesloten terug te keren voor een diepere verkenning. In elk geval verlaat ik het land met een warm gevoel vanwege de gastvrijheid die ik heb aangetroffen. Feitelijk is het Rusland wat ik gezien heb vooral de Kaukasus in het zuidwestelijke puntje van het land. Ze zeggen dan wel: ‘In het zuiden is alles anders’, maar voor mijn gevoel was het een waardevolle eerste expeditie in dit onmetelijk grote en onmetelijk boeiende land.