China

Zelfs na vier maanden fietsen van oost naar west en van noord naar zuid kan ik nog geen touw vastknopen aan dit enorme, mysterieuze land. Ik maak vrienden met Kazachse kinderen, Oeigoerse studenten, Tibetaanse nomaden en fiets me te pletter in een race naar de Vietnamese grens.

Trouw volg ik de bordjes met de vier Chinese tekens naar de miljoenenstad Urumqi in het Westen van het land. Wanneer ik de stad nader, houden de bordjes
Fietsreizen is ontzettend lonend en mooi. Ik voel me vrij, ongebonden en rijd vol enthousiasme af op het onbekende. Totdat het moet. In China ervaar ik serieuze
De deal is rond. China heeft met succes de stilte van de islamitische wereld afgekocht en kan zonder zorgen verder gaan met het afslachten en onderdrukken
Vlak voor ik uitbarst, krabbel ik vlug mijn enige hoop op een papiertje: over tien dagen ben ik in Vietnam. Ik lig in mijn tent in een nauwe greppel onder een billboard
Opgewonden verlaat ik het Kazachse Almaty, vlieg door de woestijn heen en over de hete steppe. Melancholisch denkend aan de goede tijden in de Russische wereld loop ik
Zittend op een laag krukje kneden haar kleine, sterke handen het deeg tot lange staven. De echtgenoot van de oude vrouw is baas aan de vettige plaat en bakt het deeg tot platte
oetje voor voetje stuntel ik over de smalle aarden walletjes van het rijstterras, richting de boer die verderop staat te schoffelen. Ik zeg de oude man gedag van een afstand,
Luid toeterende vrachtwagens en bussen razen zonder af te remmen luid toeterend door Liyu, een marktplaatsje aan de provinciale weg in het Noorden van China. Fietsend door de
'Fuck China!', joelt Rinchin boven de muziek uit. De boxen spuwen wilde Tibetaanse dance uit, we dansen als gekken door de kamer heen en de nacht lijkt nog lang niet op zijn eind.
Ik trek mijn tentrits open, maar buiten de contouren van de fiets zie ik weinig vanuit nevelbos. Ik eet snel een banaan en wat sesamkoeken vanuit mijn warme slaapzak,
Klassiek fluitend tuft trein 1086 sloom weg uit Urumchi, langs de vervallen wijken bij het spoor met moderne wolkenkrabbers op de achtergrond. Terwijl we vaart maken,
Ik heb geen flauw idee waar ik ben of waar ik heen ga, maar loop mak over het bospad achter Li Ming aan in de stromende regen. Mijn Chinese vriend spreekt geen woord