Na ruim vijf jaar avonturieren in Zuidoost-Azië ben ik beland op een eiland waar de mango’s net ietsje zoeter zijn, je water nog gewoon uit de put kunt drinken en waar het klokje
Stapels geurige kruidnagels, brommers met trosjes levende kippen aan weerszijden en kleedjes waar vrouwen met wollen mutsen voor stapels met uien zitten; de markt blijft
Ik zit rillend onder een beeldje van de olifantgod Ganesh en lepel voorzichtig de hete stoofpot naar binnen terwijl de mist het houten huisje steeds verder opslokt.
Ik heb mijn tentstokken bij een vriend in de grote stad laten liggen, dus breng ik de nacht door onder een zeil dat ik met touwtjes in de natte Maleisische jungle heb opgehangen.
De vrouw bij het bushokje kijkt me aan alsof ik haar wil vermoorden en haar buurman verstopt zich schichtig achter zijn smartphone. Verderop lopen mensen me straal
Als wereldfietser zonder smartphone, kalender of abonnement op de krant wil het nieuws van de dag nog wel eens aan je voorbij schieten. Zo fiets ik door het heuvelland van
Ik buig diep over mijn stuur heen, neem snelle ademteugen en trap zo hard ik kan de heuvel op. De druk op mijn slapen neemt toe, alsof de benauwde tropenlucht zich samenperst